Parlementaire vraag over investeringen in preventieve gezondheidszorg
Vlaamse Regering mikt niet op 5%-norm van WHO voor preventie
De Vlaamse Regering investeert 10 miljoen euro extra recurrent in preventief gezondheidsbeleid. Dat is ruim onvoldoende om de 5%-norm van de WHO te bereiken, geeft minister Caroline Gennez toe.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex voorzitter VITAZ
Vlaams parlementslid Jeremie Vaneeckhout (Groen) stelde een schriftelijke vraag aan minister Gennez over ‘Preventieve gezondheidszorg - Deelbudgetten en groeipad'.
Vaneeckhout haalt Belgisch onderzoek aan dat stelt dat via preventie 20% van de kosten van de vier grote chronische aandoeningen vermijdbaar is. Dat zou betekenen dat de federale begroting 5 miljard euro minder uitgaven zou kennen: minder kosten voor gezondheidszorg, minder uitkeringen en een hogere productiviteit.
De Vlaamse Regering investeert om en bij de 85 miljoen euro aan preventie, wat neerkomt op 0,5% van het budget. Om de WHO-norm te halen, zou Vlaanderen meer dan het tienvoudige moeten investeren, zijnde 850 miljoen.
Vlaanderen zou ook zelf de voordelen plukken aangezien het belangrijke bevoegdheden heeft als eerstelijnszorg en ouderenzorg.
Geplande investeringen per chronische aandoening
In een van zijn vragen polste Vaneeckhout naar de investeringen in preventie die de Vlaamse Regering deze legislatuur plant voor hart- en vaatziekten, kanker, diabetes en longaandoeningen.
Minister Caroline Gennez antwoordde dat het niet mogelijk is om de budgetten per aandoening in te delen.
In het regeerakkoord zijn bijkomende middelen voorzien voor het preventieve gezondheidsbeleid ten bedrage van 10 miljoen euro. Deze middelen worden ingezet om het huidige beleid te versterken en een aantal nieuwe initiatieven te nemen.
De 10 miljoen euro aan bijkomende middelen zullen worden ingezet voor de financiering van meer impact in prioritaire settings. In een eerste fase wordt geïnvesteerd in diepgaande afstemming en stroomlijnen van het aanbod, om vervolgens te verschuiven naar investering in extra capaciteit voor ondersteuning op het terrein.
Met dit budget zal ook, via oproepen in 2025 en nieuwe beheersovereenkomsten vanaf 2027, een versterking worden voorzien voor bepaalde initiatieven gericht op gezonder gedrag.
Minder uitgaven voor curatieve geneeskunde
Een andere vraag was of de minister kan aangeven hoeveel minder uitgaven voor curatieve geneeskunde de geplande investeringen zullen opleveren.
Hierop antwoordde de minister: "Zoals u zelf aangeeft in de inleiding bij uw vraag zijn er verschillende studies, zowel internationaal als nationaal, die duidelijk aangeven dat investeren in preventie een grote return on investment (ROI) heeft. De grootteorde van de ROI varieert echter sterk afhankelijk van welke interventies en effecten men meeneemt in het onderzoek."
"De aandoeningen die u vermeldt zijn multifactorieel, waarbij zowel genetische predispositie, blootstellingsfactoren en leefstijlfactoren een rol spelen. Ook dit maakt effectinschatting van specifieke initiatieven op real life basis moeilijk. Het staat echter wel vast dat elk vermeden geval van (chronische) ziekte een minderkost betekent voor het RIZIV en voor de samenleving."
Tijdspad naar de WHO-norm
Ook vroeg Vaneeckhout of de Vlaamse Regering de intentie heeft om een tijdpad te ontwikkelen richting de 5%-norm van de WHO. Welke visie schuilt achter de beslissing van de minister?
De minister antwoordde dat de Vlaamse Regering streeft naar een begroting in evenwicht tegen 2027. Dit vraagt een inspanning van alle beleidsdomeinen. In deze context investeert ze 10 miljoen euro extra recurrent in preventief gezondheidsbeleid. Dit is een duidelijke keuze, maar vanzelfsprekend onvoldoende om de 5%-norm van de WHO te bereiken.