Wetsvoorstel meerderheidspartijen over dringende begrotingsmaatregelen inzake gezondheidszorg
Kamerleden van de meerderheidspartijen hebben samen een wetsvoorstel ingediend met dringende begrotingsmaatregelen voor de gezondheidszorg.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex voorzitter VITAZ
De volksvertegenwoordigers Jan Bertels (Vooruit), Kathleen Depoorter en Frieda Gijbels (N-VA), Julie Taton (MR), Jean-François Gatelier (Les Engagés) en Nawal Farih (cd&v) (allen van een van de meerderheidspartijen) dienden op 26 november bij de Kamer van volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel in houdende diverse dringende begrotingsbepalingen inzake gezondheidszorg.
Dit wetsvoorstel omvat een aantal diverse dringende begrotingsbepalingen inzonderheid over geneesmiddelen, de maximumfactuur en de administratiekosten van de verzekeringsinstellingen.
Geneesmiddelen
Hoofdstuk 2 bevat bepalingen met betrekking tot het programma voor snelle toegang, facturatie aan 78%, heffingen op de omzet, bijdrage op de omzet, hervorming van de besparingsmaatregelen toegepast op de lijst van vergoedbare farmaceutische specialiteiten en het persoonlijk aandeel.
Maximumfactuur in psychiatrische ziekenhuizen
Hoofdstuk 3 is gewijd aan de maximumfactuur. De persoonlijke aandelen voor de opneming in een psychiatrisch ziekenhuis worden nu gedurende maximum 365 dagen in aanmerking genomen voor de maximumfactuur.
In uitvoering van het regeerakkoord wordt die beperking geschrapt om langdurige psychiatrische patiënten beter te beschermen tegen hoge kosten voor gezondheidszorg.
De persoonlijke aandelen voor de opneming in een psychiatrisch ziekenhuis zullen in de toekomst dus zonder beperking worden opgenomen in de remgeldteller voor de maximumfactuur en de persoonlijke aandelen die het remgeldplafond overschrijden zullen ook zonder beperking worden terugbetaald.
Administratiekosten van de verzekeringsinstellingen
Hoofdstuk 4 beoogt verschillende bepalingen te wijzigen in het kader van de administratiekosten toegekend aan de verzekeringsinstellingen. Het gaat om vier maatregelen.
Een ervan betreft de uitvoering van het regeerakkoord. De verzekeringsinstellingen zullen vanaf 2026 de onverschuldigde bedragen volledig ten laste nemen die door hun eigen fouten werden betaald en niet teruggevorderd kunnen worden met toepassing van artikel 17, tweede lid, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het Handvest van de sociaal verzekerde.
Als de verzekeringsinstelling echter kan aantonen dat de fout in de zin van artikel 17, tweede lid, van deze toerekenbaar is aan een andere instelling van sociale zekerheid, moet dit bedrag toch niet ten laste van de administratiekosten worden genomen.