Overgangsfase akkoord gebruik van zorg over regiogrenzen verlengd
De overgangsfase van het in 2019 gesloten Samenwerkingsakkoord tussen de deelstaten over gebruik van zorgvoorzieningen over de grenzen van de deelstaat, wordt verlengd tot 31 december 2027.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Op 31 december 2018 sloten de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap een samenwerkingsakkoord over de financiering van zorg bij gebruik van zorgvoorzieningen over de grenzen van de deelstaat.
Op 3 oktober 2025 werd een nieuw samenwerkingsakkoord gesloten om de overgangsfase waarin het oorspronkelijke akkoord voorziet te verlengen. Dit akkoord werd inmiddels goedgekeurd door het Waals Parlement bij decreet van 13 november 2025 (Staatsblad van 25 november 2025).
Het toepassingsgebied
Het Samenwerkingsakkoord heeft betrekking op de volgende bevoegdheden die in uitvoering van de Zesde Staatshervorming werden overgeheveld naar de deelentiteiten: de residentiële ouderenzorg, inclusief dagverzorgingscentra en kortverblijf; de revalidatieziekenhuizen en revalidatiecentra; de psychiatrische verzorgingstehuizen en de initiatieven voor beschut wonen (artikel 2).
Het Samenwerkingsakkoord geldt enkel voor personen die hun woonplaats hebben binnen België, en voor personen die rechten openen binnen de toepassing van de Europese en internationale regelgeving (artikel 3).
De woonplaats van de persoon met een zorgbehoefte bepaalt welke deelentiteit bevoegd is voor de tegemoetkoming in de voorzieningen waarop dit samenwerkingsakkoord van toepassing is (Artikel 5, § 1).
Overgangsfase wat betreft de woonplaats
In een overgangsfase kennen de deelentiteiten aan alle personen met een zorgbehoefte met woonplaats in een bepaalde deelentiteit, maar die verblijven in of gebruik maken van een voorziening die door een andere deelentiteit erkend is, dezelfde rechten toe, ongeacht hun woonplaats of ongeacht hun exploitatiezetel van tewerkstelling.
Bij de toekenning van deze rechten gelden de regels en voorwaarden zoals vastgelegd in de eigen regelgeving van de betrokken deelentiteit. De deelentiteit die de betrokken voorziening erkent, betaalt aan de erkende voorziening in een derdebetalersregeling een tegemoetkoming uit overeenkomstig de regelgeving en ten laste van de erkennende deelentiteit (artikel 6, §1).
Verlenging van de overgangsfase
Artikel 7 van het Samenwerkingsakkoord van 2018 bepaalt dat de overgangsfase, vermeld in artikel 6, geldt voor drie jaar en éénmalig stilzwijgend wordt verlengd voor een nieuwe periode van drie jaar, bij gebrek aan een nieuw akkoord (art. 7).
Artikel 1 van het Samenwerkingsakkoord van 3 oktober 2025 vervangt dit artikel door de volgende bepaling: ‘De overgangsfase, vermeld in artikel 6, geldt tot 31 december 2027. De partijen bij het akkoord kunnen de overgangsfase éénmalig verlengen middels een uitvoeringsbesluit vermeld in artikel 92bis, § 1, derde lid van de Bijzondere Wet op de Hervorming der Instellingen van 8 augustus 1980 voor een termijn van maximum drie jaar’.
Het Samenwerkingsakkoord van 3 oktober 2025 heeft uitwerking vanaf 1 januari 2025.