Deelstaten zijn bevoegd
Duits Grondwettelijk Hof: triageregeling is ongrondwettelijk
Het Bundesverfassungsgericht - het Duits Grondwettelijk Hof - heeft een federale triageregeling voor IC-bedden nietig verklaard. De federale overheid is niet bevoegd om in te grijpen op de beroepsvrijheid van artsen, zegt het Hof: dat komt toe aan de deelstaten.
Het Duitse Infektionsschutzgesetz (Wet op de Infectiebescherming) bevat criteria voor de toewijzing van schaarse intensivecare-bedden. Verenigingen van IC- en spoedartsen zagen hierin een inperking van hun beroepsvrijheid.
Zij maakten met name bezwaar tegen het verbod op zogenaamde ex-post triage, schrijft ÄrtzeZeitung. Volgens deze regeling mag de reeds gestarte behandeling van een patiënt met een lage overlevingskans niet worden gestaakt om een later opgenomen patiënt met een betere prognose te behandelen.
De klagers betoogden dat zij zelf moeten kunnen beslissen hoe zij in een pandemiesituatie zoveel mogelijk patiënten kunnen redden.
Geen federale bevoegdheid
Het Hof volgt hen daarin: de federale overheid heeft niet de bevoegdheid om specifieke regelingen op dit gebied te treffen. Aan de deelstaten, die in Duitsland bevoegd zijn voor gezondheidszorg, en niet aan de federale overheid, komt het toe om regelgeving over triage uit te vaardigen.
"Volgens de huidige bevoegdheidsverdeling in het kader van de Grondwet zijn in de eerste plaats de deelstaten verantwoordelijk voor mogelijk discriminerende allocatieregels", schrijft het Hof in zijn arrest.
Volgens de Grondwet mag de federale overheid wel maatregelen nemen tegen ziekten die een gevaar vormen voor de bevolking of die besmettelijk zijn. De bestreden triageregeling is evenwel geen instrument ter voorkoming of bestrijding van besmettelijke ziekten. Ze vermindert het risico op infectie niet, maar bepaalt slechts wie behandeld mag worden, zegt het Hof.
Omdat de omstreden inperking van de beroepsvrijheid van artsen elke rechtsgrond mist, sprak het Hof zich niet uit over de inhoudelijke rechtmatigheid van deze inperking.
