Hervorming gezondheidszorg

GBO blijft aan onderhandelingstafel en ziet af van staking

Het GBO zal niet deelnemen aan de staking van 7 juli en verkiest de onderhandelingen met minister Frank Vandenbroucke een kans te geven. Het syndicaat erkent dat er vooruitgang is geboekt tijdens de vergadering van 26 juni, maar blijft kritisch over verschillende aspecten van de hervorming en wijst nogmaals op de ernst van de structurele moeilijkheden waarmee huisartsen te kampen hebben.

Laurent Zanella

Het GBO, dat op 26 juni samen met de andere artsensyndicaten, de ziekenfondsen en het RIZIV overlegde met Frank Vandenbroucke, is verheugd dat de dialoog is hervat na de spanningen veroorzaakt door de eerste versie van het voorontwerp van kaderwet. Volgens het syndicaat somde minister Vandenbroucke de punten op waarover hij verder wil praten. Hij beloofde een nieuwe versie van de tekst, vergezeld van een verklarende nota, die op volgende vergadering kan worden besproken.

"De opening lijkt belangrijk en wij steunen die. Maar we zullen waakzaam blijven om ervoor te zorgen dat de beloofde vooruitgang wordt geboekt", aldus het GBO, dat van mening is dat staking op dit moment niet het juiste middel is. En passant hekelt het de "voorbarige en ongecoördineerde" reactie van BVAS, dat op basis van de eerste ontwerptekst tot een staking oproept.

Sommige punten opgehelderd, andere niet

Het GBO is opgelucht over een van de meest gevoelige punten in het ontwerp: de tijdelijke opschorting van het RIZIV-nummer voor zorgverstrekkers die de wet overtreden. Het syndicaat zegt dat de minister misverstanden uit de weg heeft geruimd: deze schorsing kan enkel worden opgelegd door een administratieve commissie binnen het RIZIV en is geen eenzijdige beslissing van de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC). "Het voorontwerp is aangepast om het misverstand dat aanleiding gaf tot vermoedens van een voldongen feit expliciet uit de weg te ruimen."

Hoewel de dialoog is hersteld, benadrukt het GBO dat nog niet alles goed is. "Verre van zelfs." In duidelijke bewoordingen stelt het syndicaat de chronische kwalen van de huisartsenpraktijk aan de kaak:

• Gebrek aan erkenning van de centrale rol en de expertise van huisartsen, met name in de continuïteit van zorg.
• Moeilijke toegang tot tweedelijnszorg en geneesmiddelen en zwakke ondersteunende netwerken.
• Groeiende tekorten als gevolg van "kortzichtig" corporatisme en een academisch onevenwicht dat de huisartsgeneeskunde benadeelt.
• Slecht georganiseerde wachtdiensten, administratieve overlast en de duur van een raadpleging die onvoldoende wordt vergoed.
• Slecht gecoördineerde overdracht van taken binnen de frontlinie, waardoor het beroep van huisarts wordt uitgehold.
• Hardnekkige territoriale ongelijkheden in de toegang tot zorg.

Het syndicaat is van mening dat deze structurele zwakheden, versterkt door budgettaire druk en opeenvolgende crises, centraal moeten blijven staan in het debat.

Voor ethische en toegankelijke geneeskunde

Concluderend erkent het GBO dat het voorontwerp bedoeld is om de toegang tot de zorg te verbeteren, maar benadrukt het dat "de voorgestelde middelen twijfelachtig zijn" en dat veel punten nog moeten worden verduidelijkt. Trouw aan haar lijn bevestigt de vakbond opnieuw haar wens om deel te nemen aan de opbouw van een eerlijker gezondheidszorgsysteem: "Het GBO zal daarom actief en vastberaden aanwezig blijven aan de onderhandelingstafel om de belangen van artsen in toegankelijke, onafhankelijke, ethische en maatschappelijk verantwoorde geneeskunde veilig te stellen."

Het syndicaat kondigt aan binnenkort een persconferentie te houden om de standpunten over de meest problematische aspecten van de tekst uiteen te zetten.