Kabinet Vandenbroucke
Langdurig zieken zullen attest arbeidsongeschiktheid jaarlijks moeten vernieuwen
Langdurig zieken zullen voortaan jaarlijks verplicht zijn om hun attest van arbeidsongeschiktheid te vernieuwen bij hun arts. Wie dat niet doet, dreigt zijn uitkering te verliezen. Daarnaast wordt de duur van het eerste ziekteattest bij de arts beperkt tot drie weken om zo de snelle opvolging te verzekeren. Dat zijn maar twee van de maatregelen van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) om langdurig zieken korter op te volgen en sneller naar werk te begeleiden.
In het nieuwe federale begrotingsakkoord werd afgesproken om tegen 2030 1,9 miljard euro te besparen bij de langdurig zieken. Bedoeling is om tegen 2030 100.000 langdurig zieken opnieuw aan het werk te krijgen.
"Bij ongewijzigd beleid dreigt een ware explosie: tegen 2030 zullen er 682.061 langdurig arbeidsongeschikten zijn. Maar met onze beoogde maatregelen zouden dat er 588.613 zijn, dat wil zeggen bijna 100.000 minder", aldus het kabinet.
Minister Vandenbroucke brengt daarvoor een bijkomend pakket maatregelen in stelling. Een deel van die maatregelen is bedoeld om te voorkomen dat mensen langdurig ziek worden. Zo komt er onder meer een burn-outplan "om alle expertise en alle krachten van ons land te mobiliseren".
Kort opvolgen
Daarnaast is het de bedoeling om langdurig zieken veel korter op te volgen. Eerder werd al beslist om de ziektebriefjes tijdens het eerste jaar arbeidsongeschiktheid te beperken tot drie maanden. Nu wordt de duur van het eerste ziekteattest beperkt tot drie weken en wordt ook gevraagd dat de arts elke patiënt in landurige afwezigheid minstens éénmaal per jaar ziet voor een consult. Tijdens dat consult moet ook een mogelijke terugkeer naar werk besproken worden.
Dat betekent dat elke landurige zieke zijn aanvraag tot erkenning van arbeidsongeschiktheid jaarlijks moet vernieuwen. "Wie deze aanvraag niet doet, verliest zijn uitkering", klinkt het. Al zijn er wel uitzonderingen voor ziektes (bv. kanker) die sowieso een lange duur kennen. Het kabinet-Vandenbroucke maakt zich sterk het verplichte jaarlijkse gesprek niet per definitie zal leiden tot meer werk voor de artsen. "We zien dat een grote meerderheid van de chronische patiënten minstens jaarlijks een behandelend arts bezoekt", klinkt het.
Evaluatie van het arbeidspotentieel
Het is ook de bedoeling dat het RIZIV gaat afbakenen welke groepen langdurig zieken de komende jaren zullen "uitgenodigd worden voor een evaluatie van het arbiedspotentieel". Concreet wordt verwacht dat de ziekenfondsen de komende jaren (tot en met 2029) de dossiers van 218.000 mensen zullen herbekijken. "We verwachten in deze groep een extra uitstroom uit de arbeidsongeschiktheid van gemiddeld 17 procent. De doelstelling is echter vooral om het potentieel van mensen terug op de radar te krijgen, zodat mensen beter kunnen geholpen worden", klinkt het.
Ook van de werkgevers wordt een inspanning verwacht. Zo komt er een uitbreiding van de solidariteitsbijdrage. Het gaat om de terugbetaling door de werkgever van 30 procent van de uitkering die betaald wordt door het ziekenfonds. De bijdrage is wel enkel van toepassing op bedrijven met meer dan 50 werknemers en geldt enkel voor werknemers tussen 18 en 55 jaar.
Omgekeerd zullen werkgevers die arbeidsongeschikten kansen geven terug te keren naar de werkvloer daarvoor ook beloond worden met een verhoogde werkhervattingspremie.
