BACHI

Belgen vragen centralisatie van gezondheidsgegevens

Slechts iets meer dan de helft van de Belgen heeft een vaste huisapotheker, blijkt uit een onderzoek van BACHI. “Maar hoe kan men een coherente opvolging van behandelingen garanderen wanneer patiënten ‘farmaceutisch shoppen’?”, vraagt gedelegeerd bestuurder Marc Gryseels zich af.

Filip Ceulemans

Het principe van de vaste huisarts is goed ingeburgerd in ons land. Met de loyaliteit ten aanzien van de apotheker is het een pak minder goed gesteld. Volgens een onderzoek dat BACHI (Belgian Association of the Consumer Healthcare Industry) onlangs liet uitvoeren bij duizend consumenten tussen 18 en 65 jaar, is slechts 54% zijn apotheker trouw.

De beperkte loyaliteit kan volgens BACHI leiden tot grote gezondheidsproblemen. “Hoe kan men een coherente opvolging van behandelingen garanderen wanneer patiënten ‘farmaceutisch shoppen’? De oplossing zou kunnen liggen in een versterkt gebruik van het gedeeld farmaceutisch dossier (GFD)”, geeft gedelegeerd bestuurder Marc Gryseels een aanzet tot oplossing.

Blinde vlekken

Bijna één Belg op twee wisselt regelmatig van apotheek, gedreven door praktische, geografische en economische overwegingen. Deze farmaceutische mobiliteit creëert blinde vlekken in de therapeutische opvolging. “Elke wijziging van apotheek vertegenwoordigt een potentieel informatieverlies over de gezondheidsproductgeschiedenis van de patiënt, waardoor de detectie van mogelijke interacties of overdoseringen wordt verzwakt”, stelt Gryseels vast. “Wanneer een patiënt zijn OTC-aankopen in verschillende apotheken doet, heeft geen enkele zorgverlener een globaal zicht op zijn consumptie. Dit is een blinde vlek in ons gezondheidssysteem.”

Momenteel zijn zorgverleners niet verplicht om alle gezondheidsproducten die zij aanbevelen of afleveren, te registreren in het GFD. Het ontbreken van cruciale gezondheidsinformatie brengt de veiligheid van patiënten in gevaar. De risico’s zijn legio: niet gedetecteerde geneesmiddeleninteracties tussen voorgeschreven behandelingen en zelfmedicatie, onbedoelde overdoseringen door cumulatie van gelijkaardige werkzame stoffen, onverenigbaarheden tussen OTC-geneesmiddelen en voedingssupplementen, onmogelijke opvolging van compliance en symptoomevolutie.”

Globaal overzicht

Uit het onderzoek van BACHI blijkt dat 70% van de Belgen voorstander is van het idee dat zorgverleners alle verstrekte gezondheidsproducten- zowel voorgeschreven als niet-voorgeschreven – centraliseren in hun GFD. “Patiënten begrijpen intuïtief dat de veiligheid van hun therapeutisch traject een globaal overzicht vereist, toegankelijk voor alle zorgverleners die hen begeleiden.”, zegt Marc Gryseels.

BACHI pleit daarom voor een volledige traceerbaarheid. “Wanneer een patiënt op maandag een pijnstiller in de ene apotheek koopt, op woensdag een ontstekingsremmer in een andere, en op vrijdag zijn arts raadpleegt voor aanhoudende pijn, kan alleen een uitgebreid medisch dossier dubbele of gecontra-indiceerde voorschriften vermijden. Dit zou ook bijdragen tot het detecteren van ondergebruik, misbruik of tekortkomingen in therapietrouw”, geeft hij een voorbeeld waarom centralisatie noodzakelijk is.

Het komt bovendien alle betrokken partijen ten goede. De patiënte ervaart een versterkte veiligheid en geoptimaliseerde gepersonaliseerde opvolging. Artsen behouden een volledig overzicht van alle voorschriften. De apotheker kan systematisch – ook tussen apotheken – interacties detecteren. Voor de sociale zekerheid ten slotte levert het een vermindering van geneesmiddelenincidenten op, gekoppeld aan een vermindering van het aantal vermijdbare ziekenhuisopnames.

Privacy

De eventuele vrees dat de privacy van de patiënt in het gedrang komt, is volgens BACHI onterecht. De waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens zoals ze vandaag zijn geïntegreerd in de huidige systemen, blijven uiteraard van toepassing bij een eventuele uitbreiding. “Zo blijft het evenwicht tussen medische transparantie en respect voor de privacy behouden. De Belgische digitale infrastructuur maakt deze evolutie technisch mogelijk. De systematische registratie van alle gezondheidsproducten zou kunnen gebeuren via dezelfde kanalen als voorgeschreven geneesmiddelen, zonder extra complexiteit voor zorgverleners.”

“Een globale benadering van het medisch dossier, waarin voorschrift en zelfmedicatie worden geïntegreerd, zou België als Europese voorloper kunnen positioneren op het gebied van digitale farmaceutische veiligheid. Een exporteerbaar model dat keuzevrijheid van de patiënt en maximale therapeutische veiligheid zou verzoenen. Het is tijd om deze regelgevende lacune te vullen en het gedeelde farmaceutisch dossier om te vormen tot een echt instrument van gezondheidsveiligheid, dat voldoet aan de hedendaagse praktijken van de Belgische consumenten”, besluit Marc Gryseels.