EndocrinologiePremium

Enkele interessante presentaties over diabetische neuropathie

EASD Amerikaanse vorsers hebben de correlatie tussen de waarden verkregen bij continue glucosemonitoring en de incidentie van autonome neuropathie van het hart (beoordeeld naar de variabiliteit van de hartfrequentie) geëvalueerd bij type 1-diabetespatiënten(1).

diabetische neuropathie

Bij 751 patiënten is een standaard-ecg in rust uitgevoerd en vervolgens een continue glucosemonitoring (CGM) gedurende gemiddeld 11,9 dagen. De vorsers hebben de gegevens van de CGM van de patiënten met en de patiënten zonder cardiale autonome neuropathie (gebaseerd op het ecg) vergeleken. 63% van de patiënten had een cardiale autonome neuropathie.

De patiënten met een aantasting van het autonome zenuwstelsel van het hart hadden een hoger HbA1c-gehalte (7,9% vs. 7,6%) en een hogere gemiddelde glykemie (172,3 vs. 162,0 mg/dl) dan de patiënten zonder autonome neuropathie. Bij die patiënten was de tijd in hyperglykemie langer (> 180 mg/dl: 40,4% vs. 35,3%; > 250 mg/dl: 16,8% vs. 13,9%) en was de tijd dat het bloedglucosegehalte binnen de streefwaarden (70-180 mg/dl) lag, korter: 51,1% vs. 54,2%. Na correctie voor het HbA1c-gehalte waren de correlaties tussen de gegevens van de CGM en tekenen van autonome neuropathie van het hart totaal niet meer significant. Het huidige HbA1c-gehalte correleerde wel nog altijd significant met het bestaan van zo’n neuropathie, ongeacht de gegevens van de CGM.

Tot besluit, bij volwassenen die al lang type 1-diabetes hadden, correleerde een korte CGM met aantasting van het autonome zenuwstelsel van het hart, maar die correlatie hing af van het HbA1c-gehalte. Misschien is een langere CGM nodig om het risico op cardiale autonome neuropathie beter te kunnen voorspellen.

Impact autonome neuropathie hart bij type 1-diabetes

Scandinavische vorsers hebben de reactie op lichaamsbeweging vergeleken bij volwassenen met type 1-diabetes met of zonder autonome neuropathie van het hart(2).

Daarvoor hebben ze een progressieve maximale inspanningsproef uitgevoerd bij 24 type 1-diabetespatiënten met een autonome neuropathie van het hart en 24 controlepersonen zonder zo’n neuropathie. Om de drie minuten tijdens de inspanning en bij de piekinspanning hebben de vorsers de plasmaconcentraties gemeten van adrenaline, noradrenaline, glucose en lactaat.

De patiënten met een autonome neuropathie van het hart hadden een lagere V̇O₂max (19,6 ± 5,4 vs. 27,5 ± 7,8 ml/kg/min), en ook andere cardiopulmonale parameters, het lactaatgehalte en de prestaties waren slechter bij die patiënten. De piekcatecholaminespiegels waren lager (adrenaline: 0,17 vs. 0,38 ng/ml; noradrenaline: 1,86 vs. 2,85 ng/ml). Het verschil in de plasmaconcentraties in rust en die tijdens de piekbelasting was kleiner. De glykemie was gedurende de hele inspanningsproef vergelijkbaar in de verschillende groepen, ongeacht of er al dan niet tekenen van een autonome neuropathie van het hart waren.

Samengevat, bij volwassenen met type 1-diabetes en een autonome neuropathie van het hart verandert de evolutie van de glykemie tijdens een progressieve inspanning niet, maar de reacties van het hart en de longen en die van het autonome zenuwstelsel en de bijnieren waren significant gestoord en het inspanningsvermogen was zwakker. Vandaar het belang van opsporing van autonome neuropathie van het hart bij het voorschrijven van een gepersonaliseerd trainingsprogramma.

Perifere neuropathie correleert met hoger risico CVA

Scandinavische vorsers hebben een studie uitgevoerd om het risico op CVA te evalueren bij type 1-diabetespatiënten met tekenen van perifere neuropathie, los van andere vaatcomplicaties(3).

De studie is uitgevoerd bij 3.005 patiënten uit het Finse cohortonderzoek FinnDiane zonder voorgeschiedenis van CVA bij inclusie in de studie en waarvan de MNSI-Q-score (Michigan Neuropathy Screening Instrument) bekend was. Bij gebrek aan consensus over de optimale afkapwaarde van de MNSI-Q-score om een diabetische perifere neuropathie te definiëren, hebben de vorsers analyses verricht met als afkapwaarden ≥ 4 en ≥ 7 punten.

Bij inclusie in de studie had 30% van de patiënten een MNSI-Q-score ≥ 4 en had 12,1% een score ≥ 7. Tijdens een mediane follow-up van 9,8 jaar hebben 123 patiënten (4,1%) een CVA ontwikkeld. Het percentage patiënten met een MNSI-Q-score ≥ 4 en ≥ 7 was hoger in de groep die een CVA heeft ontwikkeld: ≥ 4: 59,3% vs. 28,7% en ≥ 7: 23,6% vs. 11,0% (p < 0,001). Ze waren ouder (55,5 vs. 47,2; p < 0,001), hadden al langer diabetes (36,1 vs. 29,7 jaar: p < 0,001) en vertoonden vaker andere chronische complicaties (nierinsufficiëntie: 23,6% vs. 6,0%; hart- en vaataandoeningen: 22,0% vs. 10,4%; perifeer arterieel lijden: 20,3% vs. 4,8%; proliferatieve retinopathie: 50,4% vs. 27,2%, p < 0,001).

Na correctie voor vertekenende factoren was een perifere neuropathie een onafhankelijke voorspeller van CVA: relatief risico 1,82-3,96 (p < 0,02) voor een afkapwaarde ≥ 4 en 2,56-5,05 (p < 0,001) bij een afkapwaarde ≥ 7. De auteurs denken dan ook dat opsporing van een perifere neuropathie met de MNSI-Q-score zou kunnen bijdragen tot een betere raming van het risico op CVA.

Pilavapadine bij diabetische neuropathische pijn

De fase 2-studie PROGRESS heeft pilavapadine, een niet-opioïde remmer van het AAK1-kinase, geëvalueerd bij 496 patiënten met een matig ernstige tot ernstige diabetische perifere neuropathische pijn(4). Het primaire eindpunt was de gemiddelde dagelijkse pijnscore na acht weken behandeling met een placebo of pilavapadine in een dosering van 10 mg, 20/10 mg (20 mg gedurende zeven dagen en daarna 10 mg) of 20 mg.

De pijnscore was significant beter met pilavapadine ongeacht de dosering dan met de placebo. Een post-hocanalyse, waarbij de dosering van 20 mg niet werd meegeteld, heeft het significante verschil bevestigd (p < 0,04). Ook de score van interferentie met de slaap en de brandende pijn daalden meer met pilavapadine 10 mg: daling met respectievelijk 1,60 vs. 1,19 en met 1,6 vs. 1,1. De behandeling werd goed verdragen. De frequentste bijwerkingen waren duizeligheid en nausea.

Een nieuwe optie

Een Chinese groep heeft behandeling met een resonante holte die radiofrequentie focust, bij diabetische neuropathische pijn van de benen onderzocht(5). De behandelde groep (n = 14) heeft gedurende acht weken een behandeling met een continu ringvormig elektromagnetisch veld gekregen. De controlegroep (n = 11) heeft een nepbehandeling gekregen. Het primaire eindpunt was de TCSS-score (Toronto Clinical Scoring System). De transcutane zuurstofdruk (TcPO₂) was het secundaire eindpunt.

Na acht weken was de TCSS-score significant gedaald in de interventiegroep (van 6,62 versus 4,15; p < 0,01), maar niet in de controlegroep (van 5,36 vs. 5,73; p > 0,1). De TcPO₂ was gestegen in de interventiegroep (p < 0,01), maar niet in de controlegroep. Er zijn geen ernstige bijwerkingen of brandwonden van de huid waargenomen. Fraaie resultaten dus, maar langere onderzoeken zijn nodig om dat te bevestigen.

Referenties:
1. Braffett B et al. Association of CGM metrics and HbA 1c with ECG-derived CAN in type 1 diabetes.
2. McCarthy AM et al. Impact of cardiovascular autonomic neuropathy on cardiopulmonary, sympathoadrenal, and metabolic responses to physical exercise in adults with type 1 diabetes.
3. Itkonen S et al. Peripheral diabetic neuropathy is associated with an increased risk of stroke, independently from other diabetic complications, in individuals with type 1 diabetes.
4. Pop-Busui R et al. Pilavapadin, an oral, non-opioid, AAK1 inhibitor for diabetic peripheral neuropathic pain (DPNP): results from a Phase 2b, dose-ranging, randomised, placebo-controlled, multicenter study.
5. Wu Z et al. Radio frequency resonant cavity therapy improves diabetic peripheral neuropathy.

Wat heb je nodig

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium lid en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkdigitale toegang tot de gedrukte magazines
  • checkdigitale toegang tot Artsenkrant, De Apotheker en AK Hospitals
  • checkgevarieerd nieuwsaanbod met actualiteit, opinie, analyse, medisch nieuws & praktijk
  • checkdagelijkse newsletter met nieuws uit de medische sector
Heeft u al een abonnement? 
Geschreven door Dr. Claude Leroy13 oktober 2025

Meer weten over

Print Magazine

Recente Editie
03 november 2025

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine