Zelfregie en keuzevrijheid centraal
Voorstel resolutie geïntegreerd zorgbeleid voor personen met een handicap
Vlaams parlementslid Egbert Lachaert (Open Vld) diende een voorstel van resolutie in met aanbevelingen voor een vernieuwd, geïntegreerd zorg- en ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Het voorstel bevat aanbevelingen bij de uitvoering van de conceptnota ‘naar een vernieuwd, geïntegreerd zorg- en ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap (442 -2024-2025 – Nr. 1). In dit voorstel van resolutie sommen de indieners een aantal belangrijke principes op waaraan volgens hen bij de uitvoering van de conceptnota moet worden voldaan.
Zelfregie en keuzevrijheid centraal
Het voorstel van resolutie vraagt aan de Vlaamse Regering om:
- bij de uitvoering van de conceptnota een diepgaand overleg met het werkveld, de intermediaire organisaties en de personen met een handicap te organiseren over alle aspecten van de conceptnota, om te komen tot een werkbaar geheel en om de impact van de hervormingen op de personen met een handicap en hun omgeving correct in te schatten;
- het begrip ‘handicapspecifieke zorg’ niet te beperkt in te vullen en het aspect ‘ondersteuning’ mee te nemen bij de besprekingen, zodat bij het bepalen van de budgethoogte de kwaliteit van leven als leidraad behouden blijft
- de persoonsvolgende financiering, zowel in cash als met een voucher, als regel te behouden, maar in geval van geïntegreerde zorg bij complexe zorgvragen de organisatiegebonden financiering te beperken tot een afgelijnde doelgroep en als tijdelijk financieringsmechanisme. Daarbij beschikken de personen met een handicap over een maximale zelfregie en krijgen ze de mogelijkheid om opnieuw over te schakelen op een persoonsvolgende financiering;
- de zelfregie en keuzevrijheid bij de uitvoering van de conceptnota als leidraad te blijven behouden bij de ondersteuning van personen met een handicap, zowel bij de rechtstreeks toegankelijke hulp als bij de niet rechtstreeks toegankelijke hulp;
- erover te waken dat de creatie van twee wachtlijsten, namelijk een lijst voor wie geen ondersteuning heeft en een lijst voor wie een meervraag heeft, niet leidt tot de artificiële opschoning van de wachtlijsten en duidelijkheid te creëren over het toekomstperspectief voor wie op de wachtlijst voor personen met een meervraag staat;
- bij de toeleiding naar rechtstreeks toegankelijke hulp te zorgen voor voldoende keuzevrijheid en zelfregie voor personen met een (vermoeden van) handicap, en voor een registratie van de hulpvragen;
- te waken over de betaalbaarheid van de rechtstreeks toegankelijke hulp en de reguliere hulp voor de personen met een handicap die daar een beroep op doen;
- het persoonlijkeassistentiebudget om te vormen tot een volwaardig persoonsvolgend budget en ook voor multifunctionele centra de transitie te maken van een voorzieningenfinanciering naar een persoonsvolgende financiering om de overgang van minderjarigheid naar meerderjarigheid vlot te laten verlopen;
- de ondersteuning van personen met een handicap niet af te bouwen voordat de reguliere diensten ‒ zowel van Welzijn als van andere departementen ‒ hun werking en dienstverlening hebben afgestemd op de noden en behoeften van personen met een handicap;
- de rol van bijstandsorganisaties te respecteren, gelet op hun belang bij de organisatie van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap;
- duidelijkheid te creëren over de gevolgen van de conceptnota voor wie vandaag op de wachtlijst staat en al dan niet al een inschaling heeft gekregen, in het bijzonder voor wie op de wachtlijst van prioriteitengroep 3 staat;
- de nodige tijd uit te trekken voor de uitvoering van de conceptnota.
