Conceptnota onkostenvergoeding studenten verpleegkunde
Op 14 mei dienden vier parlementsleden van cd&v bij het Vlaams Parlement een conceptnota in over de structurele toekenning van een onkostenvergoeding voor studenten verpleegkunde.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, voorzitter VITAZ
De indieners van deze conceptnota "over de structurele toekenning van een onkostenvergoeding voor studenten die het diploma van bachelor in de verpleegkunde behalen met een studieomvang van 240 studiepunten" zijn parlementsleden Brecht Warnez, Katrien Schryvers, Toon Vandeurzen, Loes Vandromme, An Christiaens en Peter Van Rompuy.
Zij sluiten zich aan bij het wetsvoorstel van federaal Kamerlid Nawal Farih van 15 januari 2025 tot wijziging van WUG met het oog op het invoeren van een statuut voor de verpleegkundige in opleiding (VIO-statuut). Dat voorstel formuleert uitdagingen die inhoudelijk verwant zijn aan de ambities in zowel het Vlaamse als het federale regeerakkoord.
In artikel 45 van de WUG wordt volgende bepaling toegevoegd: “De Koning bepaalt de nadere regels met betrekking tot het statuut van de verpleegkundige in opleiding verantwoordelijk voor de algemene zorg in de vierde fase van de opleiding.” Dit wetsvoorstel is nog in behandeling.
Kern van de conceptnota
De indieners van de conceptnota willen aan de studenten aan Vlaamse hogescholen nu al de zekerheid geven dat ze, als ze hun bachelor in de verpleegkunde behalen met een studieomvang van 240 studiepunten, kunnen rekenen op een onkostenvergoeding waar de Vlaamse overheid garant voor staat.
Voor verpleegkundigen die afstuderen in het academiejaar 2024-2025, zal de weg die via het voorzien van een VIO-statuut loopt, wellicht nog niet tot een nieuwe duurzame regeling hebben geleid.
Onduidelijkheid over federale plannen
Bovendien blijft het volgens de auteurs van de Conceptnota vooralsnog onduidelijk of de federale minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid zelf die weg zal bewandelen.
In het recente verleden bleek hij daartoe namelijk niet geneigd, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de onderstaande dialoog naar aanleiding van de vraag van Nawal Farih aan minister Frank Vandenbroucke over de vergoeding voor verpleegkundige stages, en het antwoord van de minister daarop.
Nawal Farih: ‘Voor cd&v is het heel belangrijk dat er een sterk statuut komt voor verpleegkundigen in opleiding. Dat wil zeggen dat wij moeten zorgen voor een onkostenvergoeding wanneer zij stage lopen. Daarnaast vinden wij als partij dat de 800 uren stage, waarmee studenten niet alleen bijleren maar ook bijdragen, moeten worden meegeteld bij de opbouw van hun anciënniteit zodra ze in de zorgsector instappen.’
Frank Vandenbroucke: ‘De Vlaamse overheid voorziet naar aanleiding van de verlenging van de opleiding van drie naar vier jaar al enkele jaren inderdaad in een onkostenvergoeding voor de stagiairs in het vierde jaar verpleegkunde. Het debat over de verbetering daarvan moet worden gevoerd in het Vlaams Parlement, dat bevoegd is voor de opleiding."
"De Vlaamse regering heeft wel gevraagd of we zouden kunnen onderzoeken of een statuut van verpleegkundige in opleiding, ter verankering van wat zij met die vergoeding doet, iets zou bijdragen aan onze wetgeving. We hebben dat onderzocht en het heeft geen meerwaarde om in onze wetgeving op zorgberoepen nog eens een statuut bij te schrijven. Het debat over de onkostenvergoeding moet mijns inziens dus in het Vlaams Parlement worden gevoerd.’