Epidemiologie

Burgers aangemoedigd om alert te blijven

Tijgermug dit jaar al in zeven gemeenten ontdekt

Sinds het begin van het muggenseizoen in mei, zijn er tijgermuggen in zeven gemeenten gedetecteerd dankzij meldingen van burgers en via veldinspecties. In drie van deze gemeenten heeft de soort overwinterd.Dat meldt Sciensano.

Aedes albopictus (tijgermug)
Aedes albopictus (Tijgermug). Foto: Center for Disease Control and Prevention.

De waarnemingen werden gemeld via het burgerwetenschapsplatform MuggenSurveillance. Sinds begin mei van dit jaar zijn tijgermuggen door burgers gemeld in zes gemeenten: vier in Vlaanderen (Hoegaarden, Kessel-Lo, Merelbeke-Melle, en Wijnegem), één in Wallonië (Ath) en één in Brussel (Etterbeek). Het gaat om de eerste waarneming van een tijgermug in Etterbeek, terwijl de andere gemeenten eerder al meldingen kenden.

Muggen hebben overwinterd

Naast waarnemingen van burgers werd aan het begin van het seizoen monitoring uitgevoerd om de overwintering van tijgermugpopulaties op bepaalde locaties te bevestigen. Dit jaar werd overwintering gedetecteerd in drie gemeenten: Sint-Joost-ten-Node en Wijnegem, waar de tijgermug in 2024 voor het eerst door burgers werd gemeld, en Hoegaarden, waar de tijgermug in 2022 en 2024 werd waargenomen.

Veldinspecties in 2025 toonden al vroeg in het seizoen de aanwezigheid van de mug aan, wat bevestigt dat de soort daar succesvol heeft overwinterd. Samen met de resultaten van de voorbije jaren (Wilrijk, Lebbeke, Ath, Puurs-Sint-Amands, Kessel-Lo), komt het totaal aantal locaties waar de tijgermug zich in België vestigt op acht.

Wim Van Bortel, entomoloog bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde, vindt dat niet verrassend: “Tijgermuggen komen voortdurend het land binnen via verkeersroutes en het lokale klimaat ondersteunt hun vermogen om de winter te overleven. Daardoor kunnen we een groeiend aantal gebieden verwachten waar deze muggen succesvol overwinteren en zich mogelijk verder verspreiden.”

Inzicht in het overwinteringsgedrag is cruciaal voor de risico-evaluatie en het aanpassen van de bestrijdingsstrategieën tegen deze invasieve soort.

Blijf alert

De monitoring loopt nog tot eind oktober, omdat de tijgermug tot dan actief is. Sciensano en het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) roepen burgers op om alert te blijven en waarnemingen te blijven melden.

“Het tijgermuggenseizoen is nog niet voorbij en Sciensano en het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen rekenen nog steeds op de deelname van het publiek om de opvolgingsinspanningen te ondersteunen",zegt Javiera Rebolledo Romero, epidemioloog bij Sciensano.

"We weten ook dat tijgermuggen kunnen meereizen via passagiers- en goederenverkeer, van vakantiebestemmingen in Zuid-Europa naar België. We moedigen burgers die met de auto terugkeren aan om alert te blijven en voorzorgsmaatregelen te nemen, zodat ze deze exotische muggen niet onbedoeld mee naar huis brengen."

Hoe een tijgermug melden?

Een tijgermug is een kleine zwarte mug met witte strepen. Wie een tijgermug heeft gedetecteerd, wordt gevraagd een foto te maken en die via MuggenSurveillance of via de mobiele applicatie (beschikbaar voor Android en voor iOS) op te laden.

Meer informatie over de preventiecampagne in Vlaanderen is te vinden op de website Steekmuggen.

Wat heb je nodig

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium partner en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse newsletter met nieuws uit uw vakbranche
  • checkdigitale toegang tot 35 vakbladen en financiële sectoroverzichten
  • checkuw bedrijfsnieuws op een selectie van vakwebsites
  • checkmaximale zichtbaarheid voor uw bedrijf
Heeft u al een abonnement? 
Geschreven door De redactie25 augustus 2025
Print Magazine

Recente Editie

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine
Cookies

Artsenkrant maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met het privacy- en cookiebeleid.