Cardiale revalidatie na ablatie wegens AF

Een Deense studie, die in de American Heart Journal werd gepubliceerd, leert dat een volgehouden programma van cardiale revalidatie een beter effect op de lichamelijke conditie heeft dan een klassieke follow-up. Er werd echter geen enkel effect op de geestelijke gezondheid vastgesteld, en ook werden wat meer bijwerkingen waargenomen bij de patiënten die revalidatie volgden, maar die waren niet ernstig.
De CopenHeartRFA is een gerandomiseerde studie die het effect van een uitgebreid programma van cardiale revalidatie op de lichamelijke activiteit en de geestelijke gezondheid heeft vergeleken met dat van een klassieke aanpak bij patiënten die een radiofrequentieablatie hadden ondergaan wegens atriumfibrillatie.
Lichamelijke conditie en geestelijke gezondheid
210 patiënten werden gerandomiseerd naar een programma van cardiale revalidatie van 12 weken met lichamelijke oefeningen en vier psycho-educatieve consultaties boven op de klassieke behandeling of alleen een klassieke follow-up. Het primaire eindpunt van de studie was de VO2 max. Een secundair eindpunt was de geestelijke gezondheid, die door de patiënten zelf werd geëvalueerd met een vragenlijst (Short Form-36 questionnaire). De patiënten werden gestratificeerd volgens het geslacht en het bestaan van een persisterende paroxismale atriumfibrillatie.
Zeer duidelijke resultaten
72% van de patiënten (gemiddelde leeftijd 59 jaar, 74% mannen) vertoonde voor de behandeling een paroxismale atriumfibrillatie. Het programma van cardiale revalidatie had een significant gunstig effect op de VO2 max na vier weken in vergelijking met een klassieke follow-up (24,3 ml/kg/min versus 20,7 ml/kg/min; p = 0,003). Er werd geen significant verschil in de scores van geestelijke gezondheid (gemeten met vragenlijsten) vastgesteld tussen de twee groepen. Bij twee patiënten die het programma van cardiale revalidatie volgden, zijn problemen opgetreden: optreden van een atriumfibrillatie tijdens de lichamelijke inspanning bij één patiënt en overlijden van een andere patiënt (echter zonder direct verband met de revalidatie). Matige bijwerkingen zijn vaker opgetreden bij de patiënten die een revalidatieprogramma volgden (respectievelijk 16 en 7). Het ging vooral om spier- en botproblemen.
Figuur 1
CopenHeartRFA studie: belangrijkste resultaten

SF-36, Short Form 36;
HADS-A, Hospital Anxiety and Depression Scale-Anxiety; HADS-D, Hospital Anxiety and Depression Scale-Depression.
Aan te raden
Volgens de auteurs liggen de resultaten van hun studie in de lijn van drie eerdere klinische studies, die al hadden aangetoond dat cardiale revalidatie een gunstige invloed heeft op de lichamelijke conditie van patiënten die worden behandeld wegens atriumfibrillatie. Ze raden dan ook aan om een programma van cardiale revalidatie voor te stellen aan alle patiënten bij wie een ablatie wordt uitgevoerd wegens atriumfibrillatie, teneinde de lichamelijke capaciteit te verhogen. Ref : Risom S et al. 'Cardiac Rehabilitation Versus Usual Care for Patients Treated With Catheter Ablation for Atrial Fibrillation - Results of the Randomized CopenHeartRFA Trial' Am Heart J. 2016;181(11):120-129.