Burn-out: definitie, klachten, oorzaken en differentiële diagnoses

Wat is de definitie van burn-out? Welke klachten en oorzaken kunnen op een burn-out wijzen? Hoe zit het met de differentiële diagnoses met andere pathologieën? Wat is het verschil met stress? Geen betere up-to-date bron en antwoord op al deze vragen dan het in 2019 gepubliceerde onderzoek(1) naar burn-out in België op vraag van de FOD Werkgelegenheid in samenwerking met de universiteiten van Gent en Luik, en de Luikse intercommunale voor gespecialiseerde zorg ISOSL.
Wat de definitie betreft, zijn er enerzijds de kenmerken van burn-out als toestand en de vier kernsymptomen. Hoewel de meeste kenmerken en symptomen bijna overal in de wereld dezelfde zijn, lijken er toch (minieme) regionale/continentale verschillen te zijn. Burn-out is steeds werkgerelateerd. Volgens de eerste definitie van burn-out uit 2008 moeten aan minstens twee van de volgende drie dimensies zijn voldaan. Eerste dimensie is dat van de uitputting. Cynisme en onthechting, in combinatie met afstandelijke gevoelens, vormen de tweede dimensie. Ten derde zou er een gevoel van incompetentie aanwezig zijn waardoor het individu ervaart dat hij of zij niet voldoende heeft verwezenlijkt op professioneel vlak. In 2019 kwamen daar nog vier symptomen bij die bovenvermelde dimensies aanduiden/verfijnen:
Wat meer en meer opduikt in internationaal onderzoek, is het belang van goed leiderschap in de strijd tegen burn-out
Klachten herkennen
Een burn-out komt er niet van de ene op de andere dag. Het is vaak een traag proces en het duurt soms een tijdje voor de puzzelstukken in elkaar vallen. Als eerstelijnszorgverstrekker komt u heel zeker in contact met personen die zich met een reeks vage klachten komen aanmelden, op zoek naar uw advies. In sommige gevallen hebben ze zelf goed door waarmee ze kampen en hopen dat u hen verder kunt helpen.
Bij burn-out zijn bijna alle klachten het gevolg van de professionele situatie van een persoon. In de eerste plaats zijn er de lichamelijke klachten, zoals een lagere hartslag en slaapstoornissen. Op cognitief vlak zijn er de problemen met het geheugen en met de concentratie. Zonder twijfel is dit een red flag die elke apotheker zou moeten herkennen als een mogelijke aanwijzing van een burn-out.
Ook het aanleren van nieuwe taken op het werk zouden personen met een burn-out als problematisch ervaren, gecombineerd met aanpassingsmoeilijkheden. Piekeren, pessimistische verbanden leggen en depressieve symptomen kunnen op een burn-out wijzen. Wie afstevent op een burn-out, of er midden in zit, zou meer fouten op het werk maken en dit door problemen met aandacht. Bepaalde eet- en drinkgewoontes moeten ook een belletje doen rinkelen, zoals meer alcohol, meer roken en het eten van fastfood en ander ongezond voedsel.
Last but not least: indien een patiënt van u in de apotheek al met depressies of een andere mentale aandoening kampt, dan kan die daar nog een burn-out bovenop krijgen en is bij hen het risico zelfs groter.
Oorzaken
Voor de aanpak van burn-out is het handig om in kaart te brengen wat de mogelijke oorzaken zijn om op die manier strategieën van preventie op te stellen. Uit nieuw onderzoek blijkt dat nogal wat mensen het bijzonder moeilijk hebben met de constante veranderingen van hun werksituatie, vooral in de diensten- en gezondheidssector. Niet iedereen ervaart tijdsdruk, flexibiliteit en competitiviteit op een positieve manier. Opeenvolgende IT-veranderingen en de problemen die daarmee opduiken, komen vaker als een mogelijke oorzaak in verschillende studies naar voren.
Wat meer en meer opduikt in internationaal onderzoek, is het belang van goed leiderschap in de strijd tegen burn-out. Personen met een burn-out hebben moeilijkheden met managers die niet eerlijk en integer zijn, en met leidinggevenden die geen hoge pet van transparantie op hebben. Maar een leidinggevende kan uiteraard ook met een burn-out te maken krijgen, en dan is de kans dat haar/zijn team er ook mee te maken krijgt, veel groter.
Leeftijd heeft weinig effect op burn-out, al kunnen andere demografische en socio-economische factoren ofwel een beschermende, ofwel een negatieve impact hebben. Een laag zelfbeeld en iemand die graag de controle heeft, zijn andere persoonlijke factoren die een risico op een burn-out verhogen. Emotionele intelligentie is dan weer eerder een voordeel. Wie zijn/haar werk associeert met negatieve emoties is vaker het slachtoffer van een burn-out. Mensen voor wie hun werk eerder een passie is, vormen een bijzonder kwetsbare groep.
Differentiële diagnoses
Hoe kan men het onderscheid maken tussen burn-out en andere aandoeningen of toestanden? In deze Belgische studie maakt men deze oefening met stress, depressie, fibromyalgie, chronische vermoeidheid, problemen door levensgebeurtenissen, werkverslaving en bore-out.
Bij stress stelt iemand de zin van zijn werk niet in vraag, bij burn-out wel. Verder kan stress tijdelijk en chronisch zijn, maar bij burn-out is er sprake van een langdurige blootstelling. Wie depressief is, is dat vaak omwille van heel wat aspecten in zijn/haar leven. Bij een burn-out zijn deze specifiek aan de werksituatie verbonden. Personen die kampen met depressieve gevoelens hebben in niks interesse en het ontbreekt hen aan levenslust, terwijl bij een burn-out die lusteloze gevoelens vooral betrekking hebben op de werksituatie.
Fysieke pijn is geen symptoom bij een burn-out, maar wel bij fibromyalgie. Chronische vermoeidheid is een algemene vermoeidheid, terwijl bij een burn-out emotionele vermoeidheid optreedt die in verband staat met twee andere elementen: depersonalisatie en verlies van verwezenlijking. Het verschil tussen een burn-out en een traumatische gebeurtenis ligt voor de hand: bij een ingrijpende levensgebeurtenis is er zelden een link met het werk (maar het is niet onmogelijk).
Het verschil tussen iemand die werkverslaafd is en iemand met een burn-out is dat deze laatste veel meer belang en betekenis hecht aan het werk dat hij/zij doet. De uitputting die bij een burn-out optreedt, is niet de vermoeidheid bij iemand die niet kan stoppen met werken. Werkverslaafden houden nog steeds positieve gevoelens over aan hun werk, in tegenstelling tot degenen die met een burn-out zitten. Een werkverslaving kan wel leiden tot een burn-out. Tot slot is er bij een bore-out eerder sprake van monotonie en een gebrek aan zingeving, terwijl iemand met een burn-out hoge eisen stelt en op weinig hulp kan rekenen. Bij een burn-out wil iemand helemaal niet meer werken, bij een bore-out is er wel nog een nood en/of behoefte aan stimulatie om ervoor te gaan.
1. Evolutie 2010-2018 van burn-out in België en het belang van het gezamenlijk gebruik van twee diagnostische hulpmiddelen. Onderzoek door de Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DiOVA) in samenwerking met de Universiteit Gent (prof. Lutgart Braeckman), de Universiteit van Luik (prof. Isabelle Hansez en prof. Dorina Rusu) en ISOSL (prof. Pierre Firket).
Definitie burn-out
1 fysieke en psychologische uitputting;
2 mentaal afstand nemen van het werk door zich fysiek en/of mentaal terug te trekken uit het werk;
3 cognitief controleverlies gekenmerkt door geheugenproblemen, aandachts- en concentratiestoornissen en prestatieproblemen omwille van een verstoring in het cognitief functioneren;
4 verlies van emotionele controle gekenmerkt door toenemende emotionele reacties en een lage tolerantiegrens.
Definitie burn-out Hoge Gezondheidsraad
Deze Belgische studie vermeldt uitdrukkelijk de definitie die de Hoge Gezondheidsraad uit 2017 aan burn-out geeft en hoe burn-out zich ontwikkelt.
"Burn-out is een multifactorieel proces dat voortvloeit uit een langdurige blootstelling (meer dan zes maanden) in een arbeidssituatie aan voortdurende stress, een gebrek aan reciprociteit tussen de investering (eis) en wat daar tegenover staat (hulpmiddelen) of een gebrek aan evenwicht tussen de verwachtingen en de reële werksituatie, die professionele uitputting (zowel emotioneel, fysiek als psychisch) veroorzaakt: extreme vermoeidheid waarbij de normale rusttijd niet volstaat om te recupereren en die chronisch wordt, het gevoel zijn hulpmiddelen volledig uitgeput te hebben. Deze uitputting kan ook een impact hebben op de controle van de emoties (prikkelbaarheid, woede, huilbuien enz.) en het cognitieve vermogen (aandacht, geheugen, concentratie), wat dan weer kan leiden tot veranderingen in het gedrag en de attitudes: mentaal afstand nemen ¬ de persoon distantieert zich en wordt cynisch. Dat is in feite een (ondoeltreffende) copingmethode ten opzichte van de eisen waaraan de persoon niet meer kan voldoen: langzaamaan raakt hij minder betrokken bij zijn werk, investeert hij zich minder en houdt zijn omgeving op afstand of krijgt hij een slecht beeld van de personen met wie hij werkt; deze afstand wordt op zich een probleem. Dat leidt tot een gevoel van professionele onbekwaamheid: verminderde persoonlijke bekwaamheid op het werk, verminderde eigenwaarde, de persoon heeft het gevoel dat hij niet meer efficiënt werkt. Die gemoedstoestand kan voor de werkende bovendien vaak lange tijd onopgemerkt blijven."