EndocrinologiePremium

Overgewicht accuraat stadiëren via Belgische tool

PRAKTIJKTIP Er is de laatste tijd heel wat te doen rond obesitas. De vernieuwde definitie(1) focust minder op de BMI an sich en meer op de aanwezigheid van visceraal vet en de weerslag ervan op organen en weefsels, een mogelijke voorbode van complicaties. Om het behandelplan gericht aan te sturen, onderscheidt men preklinische en klinische obesitas. Hoe vertaalt dit zich nu naar de praktijk?

prof. Bart Van der Schueren
Prof. Bart Van der Schueren: “De overmatige aanwezigheid van vet is niet bij iedereen een medisch probleem.” 

Prof. Bart Van der Schueren is als endocrinoloog actief in de obesitaskliniek van het UZ Leuven en is voorzitter van de Belgian Association for the Study of Obesitas (BASO). In het kader van deze thema-editie geeft hij graag een woordje uitleg. Welke veranderingen bracht het consensusartikel in The Lancet(1) al dan niet teweeg, en welke gezondheidsparameters staan centraal bij het evalueren van zwaarlijvigheid? 

De obesitasexpert hamert vooral op de ‘staging’ of stadiëring van overgewicht. Op vraag van het artsenkorps ontwikkelde BASO een Belgische leidraad om het bestaande ‘Edmonton Obesity Staging System’ (EOSS) kwantitatiever te kunnen invullen. Het gaat om de EOSS-BOSS-score(2), met BOSS voor ‘Belgian Obesity Staging System'. “Alleen door te stadiëren kunnen we ervoor zorgen dat nieuwe tools als GLP-1-analogen bij de juiste patiëntpopulatie terechtkomen”, aldus prof. Van der Schueren.

BMI niet afschrijven

Een eerste belangrijke boodschap is dat de Body Mass Index niet plots overbodig is geworden. We weten al langer dan vandaag dat de BMI de gezondheidstoestand niet altijd accuraat weergeeft. Een bodybuilder met een BMI van 32 moet niet op dieet; iemand met een BMI van 27 en risicofactoren, zoals een sedentaire levensstijl, kan een erg hoog cardiovasculair risico hebben. “De BMI is niet goed gecorreleerd met de overleving”, weet de specialist. “Je moet die index verder aanvullen en je moet stadiëren. Maar, en dat is cruciaal: het blijft de meest laagdrempelige parameter om af te nemen. Daar moeten we mee beginnen.”

Grootschalig onderzoek van zo’n 100.000 Belgische huisartsendossiers(3) toont aan dat de BMI ontbreekt in driekwart van de GMD’s. “Als we de BMI niet berekenen, meten we ook de buikomtrek niet, laat staan dat we geavanceerder onderzoek van de lichaamssamenstelling voorschrijven, zoals een DEXA-scan of MRI”, stelt de professor vast. Alles begint dus met de BMI. “Het is een goede eerste stap om de kwestie van overgewicht aan te kaarten en vervolgens te kijken welke patiënten hulp nodig hebben om hun gewicht onder controle te krijgen.”

Weerslag

De overmatige aanwezigheid van vet is niet bij iedereen een medisch probleem. We moeten de locatie en de gevolgen van die vetstapeling evalueren. Hier komt de EOSS-BOSS-score(2) in het spel. Die combineert antropometrische data (lengte, gewicht, buikomtrek, …) met de functionele weerslag van het overgewicht op het lichaam. Het gaat om de impact op het glucosemetabolisme, het cardiovasculair systeem, de nier- en leverfunctie, het musculoskeletaal systeem, de mentale gezondheid en het dagelijks functioneren.

“Eerder dan een DEXA-scan hebben we in eerste instantie een gerichte anamnese, lichamelijk onderzoek en een bloedafname nodig”, benadrukt prof. Van der Schueren. Stadiëren doen we bij mensen met een BMI ≥ 25 kg/m2 of bij wie de ‘waist-height ratio’ (de buikomtrek gedeeld door de lichaamslengte, in cm) ≥ 0,5 bedraagt.

'Eerder dan een DEXA-scan hebben we in eerste instantie een gerichte anamnese, lichamelijk onderzoek en een bloedafname nodig'

Gelaagde aanpak

Sinds 2011 kunnen we een beroep doen op het ‘Edmonton Obesity Staging System’ (EOSS). Maar omdat er over bepaalde cut-offwaarden discussie bestond, en de score gebruiksvriendelijker kon, stelt BASO nu de EOSS-BOSS-score voorop. “Het is een objectieve leidraad die als hulp kan gebruikt worden om EOSS in te vullen. EOSS-BOSS onderscheidt de verschillende stadia van obesitas nauwkeuriger en houdt rekening met de wetenschappelijke inzichten die er begin 2025 bijkwamen”, zegt de specialist. 

Net zoals de EOSS-score, verdeelt de EOSS-BOSS-score de mensen onder in vijf klassen. “EOSS-BOSS 0 en EOSS-BOSS 1 zijn preklinische stadia, categorieën die (nog) geen weerslag ervaren van de zwaarlijvigheid. Dat zijn mensen die je zo nodig tips kunt meegeven voor een gezonde levenshygiëne, maar die je vooral mag geruststellen”, benadrukt prof. Van der Schueren. Onder meer doordat de EOSS-BOSS-score gebruik maakt van de cardiovasculaire SCORE2(4) komen gevoelig méér mensen terecht in de laagste klasse, en dat is positief: “Ook de-medicaliseren is belangrijk.” 

EOSS-BOSS 2-4 zijn de klinische stadia van obesitas, van ‘early clinical’ tot ‘end-stage’. Die hogere categorieën moeten we van dichtbij opvolgen en laten begeleiden door een diëtist en/of bewegingscoach. Wanneer eerstelijnsmaatregelen niet voldoende helpen om het gewicht op peil te krijgen, is het zinvol om te kijken of farmacologische ondersteuning of eventueel bariatrische chirurgie aangewezen is. “Hier moeten we medicaliseren, om erger te voorkomen”, luidt het. Om de obesitaspandemie effectief aan te pakken, moeten we dus de gelaagdheid van ons zorgsysteem gebruiken.

Clichés loslaten

Er heerst nog heel wat stigma rond overgewicht en obesitas. Mensen krijgen een culpabiliserend discours te horen, moeten ‘gewoon wat meer bewegen en wat minder eten’. We gaan er van uit dat iedereen die te dik is, niet aan sport doet. “We moeten al die clichés loslaten. Obesitas is een chronische ziekte, die complex en multifactorieel is in haar ontstaan en naargelang het stadium een verschillende intensiteit van behandeling vraagt. We mogen er niet honend mee omgaan; we moeten handvatten aanbieden. En die zijn er! We kunnen de ziekte veel efficiënter behandelen dan vroeger”, voegt de endocrinoloog hoopvol toe.

De tekorten die we gezien hebben met de GLP-1-analogen (zoals semaglutide en liraglutide) en ‘twincretines’ (zoals tirzepatide) zijn gelukkig verleden tijd en deze middelen kunnen opnieuw breder voorgeschreven worden. “Gezien de frequentie en de toename van obesitas, zal dit eerstelijnsmedicatie worden”, vermoedt de specialist. “Stadiëring is dan van zeer groot belang, om de medicatie gericht in te zetten”, besluit Bart Van der Schueren.

 Opmerkingen en referenties:  
1. Rubino F, et al. Definition and diagnostic criteria of clinical obesity. Lancet Diabetes & Endocrinology (Jan, 2025). DOI: 10.1016/S2213-8587(24)00316-4 
2. https://belgium.easo.org/diagnosis-and-staging-of-overweight-and-obesity/  
3. https://www.intego.be/onderzoek 
4. Algoritme van de European Society for Cardiology die het 10-jaars risico op hart- en vaatziekten evalueert. 

Bekijk de EOSS-BOSS-score online:
+ Qr-code toevoegen naar https://belgium.easo.org/diagnosis-and-staging-of-overweight-and-obesity/  

Wat heb je nodig

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium lid en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkdigitale toegang tot de gedrukte magazines
  • checkdigitale toegang tot Artsenkrant, De Apotheker en AK Hospitals
  • checkgevarieerd nieuwsaanbod met actualiteit, opinie, analyse, medisch nieuws & praktijk
  • checkdagelijkse newsletter met nieuws uit de medische sector
Heeft u al een abonnement? 
Geschreven door Dr. Hade Scheyving3 oktober 2025

Meer weten over

Print Magazine

Recente Editie
03 november 2025

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine