"Met het mes op de keel, op voorstel van de mutualiteiten”
Syndicaten wijzen Vandenbroucke terecht over teleconsultaties
Minister Frank Vandenbroucke verklaarde gisteren in Terzake dat het afschaffen van teleconsultaties een voorstel van de artsensyndicaten was. BVAS en ASGB wijzen hem terecht.
Erik Derycke
In een reportage in Terzake werd het op nul zetten van het honorarium voor teleconsultaties aangehaald als één van de vele oorzaken van het ongenoegen bij artsen. In de studio wees minister Frank Vandenbroucke erop dat niet hij dat had beslist. Hij noemde het feit dat teleconsultaties niet meer terugbetaald worden eerst “een voorstel van BVAS”. Daarna verduidelijkte hij dat het voorstel “uit het overleg” was gekomen en dat de artsen hadden ingestemd met de maatregel.
Op LinkedIn reageert zowel Jos Vanhoof (VAS) als Thomas Gevaert (ASGB) op deze voorstelling van zaken.
Voorstel van Solidaris
“Aangezien de technische ramingen van september 2024 voor 2025 een overschrijding van 216.802.000 voorspellen, dient (dwingend) voor dat bedrag aan besparingsmaatregelen gezocht te worden”, schrijft Jos Vanhoof. “Er wordt beslist dit proportioneel te doen over de sectoren die in overschrijding zijn.”
Het voorstel om het honorarium voor teleconsultaties op 0 te zetten kwam van ziekenfonds Solidaris, zegt Vanhoof. “Onder druk om de index en de groeinorm niet te verliezen, wat een zeer grote impact zou hebben op het budget van de raadplegingen, werd in de medicomut na een tumultueuze zitting, een besparingspakket met het gevraagde doelbedrag aanvaard met de belofte vanuit de VI’s dat een oplossing gezocht zou worden voor de teleconsultaties in 2025.”
Thomas Gevaert bevestigt dat: “we moesten dus met het mes op de keel 70 miljoen besparen op enkele weken tijd. Er is ons toen gezegd door de mutualiteiten: we hebben geen ander voorstel om op zo'n korte tijd dat bedrag te vinden én indien we het niet vinden dan komt het ganse budget in gevaar.”
In het Verzekeringscomité van het RIZIV liet prof. Stan Politis (BVAS) nog optekenen dat de overgrote meerderheid (10.507 artsen) gemiddeld 8 teleconsultaties per week deed, wat zeker niet overdreven is; enkel de 428 artsen die meer dan 28 teleconsultaties per week uitvoeren vergen aandacht.
Mes op de keel
Wel is het zo dat BVAS heeft gepleit om teleconsultaties volledig af te schaffen, zoals Vandenbroucke ook aanhaalde in Terzake. Het klopt ook dat de artsenorganisaties er niet in geslaagd zijn om een budgetneutraal alternatief te vinden, geeft Gevaert toe. “Daar zijn huisartsen collectief in gefaald rond de tafel, al was het gewoon zeer moeilijke opdracht”, zegt Gevaert. “Ik denk dat wij met ASGB Kartel het meest uitgewerkte voorstel hadden maar met onvoldoende steun."
"Toen heeft BVAS gezegd: laat ons het nummer schrappen. Daar alludeerde de minister in Terzake op. Schrappen betekent dat je de prestatie buiten nomenclatuur wel kan doen."
Conclusie van de factcheck door Thomas Gevaert: “Wat ook juist is, is dat de Minister inderdaad de teleconsultaties niet heeft afgeschaft. Dat heeft het overlegmodel gedaan, waar wij als artsen in zitten, met het mes op de keel, op voorstel van de mutualiteiten.”
“Achteraf gezien hebben we ons mogelijk laten rollen door de mutualiteiten: hun argument dat we moesten instemmen met dit voorstel of er was geen index en groeinorm bleek achteraf niet zo waterdicht.”
Wat voorafging
Het is niet de eerste keer dat communicatie over de afschaffing van teleconsultaties tot controverse leidt.
Na de beslissing van de medicomut schreef BVAS een open brief aan Vandenbroucke en het RIZIV om de beslissing terug te draaien en ter compensatie het remgeld voor niet-VT's met 1 euro te verhogen.
Dat kwam hen op een terechtwijzing door Mickaël Daubie, Directeur-generaal Dienst geneeskundige verzorging bij het RIZIV en voorzitter van de medicomut, te staan: "Dit voorstel [om de honoraria voor teleconsultaties op te schorten, n.v.d.r.] komt voort uit discussies die de verzekeraars hebben gevoerd met vertegenwoordigers van elke sector, waaronder de medische syndicaten. Voor zover ik weet heeft geen enkel lid van het RIZIV daaraan deelgenomen. En zelfs als ze dat wel hadden gedaan, dan was het in de rol van waarnemer."
"Het RIZIV beslist met andere woorden nergens over in het begrotingsproces. Het RIZIV ondersteunt en faciliteert dit proces. Ik denk dat het legitiem is dat u in uw toekomstige communicatie rekening houdt met deze wettelijke rol van het RIZIV", besloot Daubie.