Helft rusthuisbewoners voelt weinig nauwe banden met medebewoners
Bewoners van woonzorgcentra in Vlaanderen zijn meestal tevreden over de privacy in het rusthuis, voelen zich veilig en ervaren respect. Maar er is meer aandacht nodig voor het relationele en sociale leven in de centra. Dat blijkt uit een grootschalige rondvraag bij bewoners en familieleden.
De vaststellingen komen uit een grootschalig onderzoek naar de kwaliteit van leven, wonen en zorg in woonzorgcentra. Meer dan 8.000 bewoners en 11.000 familieleden, en meer dan de helft van de Vlaamse centra, namen eraan deel. Er werd gepolst naar de ervaringen op basis van tien thema's. Privacy scoort het best: 92 procent van de bewoners zegt meestal tot altijd tevreden te zijn over hun privacy. Ze kunnen bijvoorbeeld alleen zijn wanneer ze dat willen. Voorts zegt 91 procent zich veilig te voelen, en 87 procent voelt zich meestal of altijd door medewerkers gerespecteerd.
Drie thema's scoren opvallend minder goed. Zo zegt de helft van de bewoners (49 procent) zelden of nooit een goede vriend of vriendin te hebben in het woonzorgcentrum, en 40 procent heeft geen persoonlijke band met medewerkers. Nog eens 40 procent zegt zelden of nooit deel te nemen aan activiteiten die ze de moeite vinden.
"Die drie lagere scores tonen aan dat er meer aandacht nodig is voor de relationele en sociale thema's, zowel vanuit de woonzorgcentra als vanuit het beleid", zegt Svin Deneckere, directeur van het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ). "Een aangepast en meer divers aanbod aan activiteiten zou de band tussen bewoners en met personeel kunnen verbeteren", voegt Magda De Meyer, voorzitter van de Vlaamse Ouderenraad, toe.
De bevraging is een initiatief van het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ), de Vlaamse Ouderenraad en het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen. De resultaten worden toegelicht op de website zorgkwaliteit.be.
Reactie ziekenfondsen
"De bevraging toont dat de materiële kwaliteit van leven behoorlijk goed scoort - veiligheid en maaltijden vormen geen probleem -, maar dat de geestelijke component het veel minder goed doet", zegt Luc Van Gorp, voorzitter van het Vlaams Intermutualistisch College (VICO). Dat is het overlegplatform van de ziekenfondsen in Vlaanderen. "Er is te weinig verbinding en zingeving."
Van Gorp vult aan dat zoiets niet van de ene dag op de andere kan worden aangepakt. "Het is een relatie die elke dag opnieuw moet worden aangegaan." En de zorg- en verpleegkundigen doen daarvoor ook hun uiterste best, aldus de ziekenfondsen, maar "ze stoten op tijdsgebrek door de hoge werkdruk". Zij pleiten daarom in de eerste plaats voor maatregelen om de werkdruk te verlagen, zodat er tijd en ruimte vrijkomt voor meer persoonlijke aandacht voor de bewoners.
"Maar daarnaast kan er ook gestreefd worden naar het verbeteren van de relatie met de bewoners met kleine betekenisvolle gebaren", voegt Van Gorp nog toe. "Die maken dat mensen zich betrokken en gehoord voelen, ook wanneer er moeilijke beslissingen genomen moeten worden. Maar daar moet tijd en ruimte voor zijn."
De ziekenfondsen pleiten er voorts voor om de woonzorgcentra te verplichten om deel te nemen aan volgende bevragingen, omdat commerciële centra nu in verhouding minder vaak deelnamen. Zo'n verplichting "zou ervoor zorgen dat de commerciële spelers beter vertegenwoordigd zijn in de resultaten van de enquête, aangezien ze meer dan een derde van de woonzorgcentra in handen hebben", aldus Van Gorp.