Hartritmestoornissen door hypoglykemie
Nu hartritmestoornissen vaak de media halen, trekt deze studie over hypoglykemie die het risico op ritmestoornissen bij type 2-diabetici zou verhogen, de aandacht. Vooral silentieuze hypoglykemie, asymptomatisch want 's nachts optredend, wordt met de vinger gewezen.
Herhaaldelijk werd al bewezen dat intensieve glykemiecontrole dan wel gepaard gaat met minder microvasculaire complicaties, maar een minder duidelijke impact heeft op macrovasculaire complicaties. Nu gaat intensieve glykemiecontrole juist gepaard met frequenter voorkomende en ernstigere hypoglykemieën. Bij diabetici bedraagt de nachtelijke mortaliteit door iatrogene hypoglykemie 10%. De vraag is dan: draagt hypoglykemie bij tot de cardiovasculaire mortaliteit?
Studieopzet
In de studie van Chow et al. werden de frequentie van ritmestoornissen, de variaties in hartslag en de merkers van repolarisatie tussen periodes met hypoglykemie en euglykemie en tussen periodes met hyperglykemie en euglykemie vergeleken, zowel episodes overdag als 's nachts. Daartoe werden 25 type-2 diabetici, behandeld met insuline en met antecedenten van hart- en vaatziekte of met twee of meer risicofactoren hiervoor, geïncludeerd. Alle patiënten kregen simultaan een continue interstitiële glucosemonitoring en een ambulante ECG-monitoring (Holter).
Verhoogd risico op ritmestoornis
Hypoglykemie ging gepaard met mogelijk ischemische wijzigingen (afvlakking van de T-golven), repolarisatiestoornissen (verlengd QT-interval, na correctie voor hartslag), en verschillende hartritmestoornissen waaruit blijkt dat er een verband mogelijk is. De meerderheid van de hypoglykemieën waren 's nachts. Door het vergelijken van de hypoglykemie-episodes overdag en 's nachts deden de onderzoekers een opvallende vaststelling: bradycardie kwam acht maal en atriale ectopie vier maal vaker voor tijdens nachtelijke hypoglykemieën.
Op zoek naar een verklaring
Het is geweten dat slaap de sympathisch-adrenerge respons op hypoglykemie afzwakt zodat de hypoglykemie 's nachts langer duurt en ernstiger is. De auteurs veronderstellen dan ook dat een disproportionele parasympathische compensatiefase hierop volgt waardoor bradycardie en ectopische pacemakers worden verklaard. Zonder biochemische of fysiologische bepalingen van sympathische of parasympathische activiteit noch kaliumspiegels, geven de auteurs toe, kan een oorzakelijk verband tussen hypoglykemie en deze ritmestoornissen echter niet worden bewezen. Wordt vervolgd...